FTP, een afkorting van File Transfer Protocol, is een netwerkprotocol dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de overdracht van bestanden tussen een client en een server op een computernetwerk. Met dit protocol kunnen gebruikers bestanden uploaden en downloaden van een externe server, en het bestandssysteem op de server beheren door mappen en bestanden te maken en te verwijderen.
FTP is een client-serverprotocol, wat betekent dat op de server FTP-serversoftware moet worden uitgevoerd en op de client FTP-clientsoftware moet worden uitgevoerd om een verbinding tot stand te brengen en bestanden over te dragen. De FTP-server luistert naar inkomende verbindingen op een specifieke poort, meestal poort 21, en de client maakt via deze poort verbinding met de server.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht, kan de client opdrachten naar de server sturen om verschillende acties uit te voeren, zoals het weergeven van de bestanden en mappen in de huidige map, het wijzigen van de huidige map en het overbrengen van bestanden. De client kan de FTP-server ook gebruiken om bestanden op te slaan en op te halen, wat handig is voor het overbrengen van grote bestanden of het maken van back-ups van gegevens.
FTP bestaat al heel lang en is een van de oudste protocollen die nog steeds in gebruik is. Het is een eenvoudige en effectieve manier om bestanden via een netwerk over te zetten en wordt veel gebruikt door zowel particulieren als bedrijven. FTP is echter niet zonder nadelen. Omdat het een platte-tekstprotocol gebruikt, is het niet veilig en kan het vatbaar zijn voor afluisteren en sabotage. Om deze reden geven veel gebruikers er de voorkeur aan om een veilig FTP-protocol te gebruiken, zoals SFTP, dat de verzonden gegevens versleutelt.
Over het algemeen is FTP een handig en veelgebruikt protocol voor het overbrengen van bestanden via een netwerk. Het is misschien niet het modernste of veiligste protocol, maar het is nog steeds een betrouwbare en effectieve manier om bestanden over te dragen tussen een client en een server.